Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 623]
| |
de staatsverandering; meerv. staatsveranderingen. Van staat en verandering. Eigenlijk hetzelfde, als staatsverwisseling, en gemeenlijk gansch iets anders, dan staatsomwenteling. Want hierdoor wordt eene verandering in het bestuur van zulk eene maatschappij, als den naam van staat voert, aangeduid, maar door staatsverandering een ommekeer in iemands bijzonderen staat, of stand: ik wacht geene staatsverandering meer voor mij. |
|