[Staatsman]
STAATSMAN, z.n., m., des staatsmans, of van den staatsman; meerv. staatsmannen. Een bestuurder van staatzaken: Washington en Franklin waren beide groote staatsmannen. Dit woord verschilt van staatsdienaar in zoo ver, als dit laatste eenen bepaalden post aanduidt, en van staatkundige in zoo ver, als dit tot geenen post, hoe ook genoemd, betrekkelijk is.