[Spurrie]
SPURRIE, Kil. spurie, sporie, speurie, z.n., vr., der, of van de spurrie; zonder meerv. Een plantengeslacht, dat vijf soorten bevat: knoopige spurrie, lorkachtige spurrie. Zamenstell.: spurrieboter, Kil. sporieboter, die in den herfst valt, wanneer de beesten veel spurrie plegen te eten.