spoorhaan, spoorhen, spoormaker, spoorslag, enz. IJsspoor, ridderspoor, enz.
Spoor, spore, ital., ijsl. ook spore, zweed. sporre, angels. spora, eng. spur, in de taal van wallis. ijspardum, fr. eperon, hoogd. sporn, neders. spaarn, epirot. spori, gr. πεϱονη, is naauw verwant aan speer, en schijnt eigenlijk iets scherps, evenveel welken prikkel, aan te duiden.