zij daarin verdeeld en oneenig is. Van hier splits, splitsing. Zamenstell.: splitshoorn, een werktuig dat tot splitsing van touwwerk gebruikt wordt, splitsvaantje, een vaantje, dat aan deszelfs uiteinde gesplitst is.
Splitsen, anders ook splissen, hoogd. spleiszen, komt van splitten, dat bij Kil. evenveel als splijten is.