Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 579] [p. 579] [Splint] SPLINT, z.n., in de gemeenzame verkeering, gebruikelijk voor geld, in de spreekw. splint hebben, geld hebben. Vorige Volgende