[Speeltijd]
SPEELTIJD, z.n., m., des speeltijds, of van den speeltijd; meerv. speeltijden. Van spelen en tijd. Tijd, die voor het kinderspel geschikt en afgezonderd is: het is thans geen speeltijd, maar leertijd. Tijd, waarop verschillende dieren jagtig en driftig worden: wat lollen de katten in haren speeltijd!