Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 489]
| |
ders. slou, sluw, hoogd. schlau, werd oulings zoo wel in eenen goeden, als in eenen kwaden, zin gebezigd; en is daarom verwant aan het angels. gleaw, Ottfrid. glau, Kero. claulich, schrander, wijs. |
|