slaapdoeck, Kil., slaapdrank, slaapdronck, bij Kil. de glaasjes, die men na het avondmaal ledigt, om den slaap te bevorderen, slaapdronken, slaapgeld, slaaphuijve, bij Kil. evenveel als slaapmuts, slaapjak, slaapkamer, slaapkruid, slaaplaken, slaapliedeken, Kil., slaapmiddel, slaapmuts, slaapplaats, slaaprok, slaapstee, slaapvertrek, slaapvrouw, slaapziek, slaapziekte, slaapzucht, slaapzuchtig, enz. Doodslaap, middagslaap, nachtslaap, zondenslaap, enz.
Slaap, Ottfrid. slaf, Kero, Willeram. slaff, Ulphil. slep, eng., angels. sleep, vries. sliep, neders. slap, hoogd. schlaf, schijnt verwant aan slap.