[Simonie]
SIMONIE, z.n., vr., der, of van de simonie; meerv. simonien. In het kerkelijke regt, eene overtreding der wet, volgens welke men geene geestelijke ambten, door gaven en geschenken mag trachten te verkrijgen; eene van Simon den toovenaar (Handel. der Apost. 8e hoofdst.) ontleende benaming, welke de gaven des geestes met geld wilde koopen.