de Heere wech nemen den cieraet der koussebanden. Figuurlijk: het sieraedt onzer eeuwe. Vond. Met groot sieraadt van wel zeggen. Hooft. Zamenstell.: hairsieraad, bij Hooft, - hoofdsieraad, huissieraad, kerksieraad, pronksieraad, tafelsieraad, enz.
Sieraad, oud holl. cieraet, hoogd. zierath, is gevormd van sieren, door middel van de eindsyllabe aad, die aan ood in kleinood beantwoordt. Zie kleinood. Oulings, gebruikte men, in plaats van dit woord, dat van sierheid, blijkens: in vergulden abijte omvaen mit meniger edele sierheit. v. Hass.