[Sekse]
SEKSE, z.n., vr., der, of van de sekse; meerv. seksen. Een der twee geslachten, waaruit het menschdom bestaat, in tegenoverstelling van het andere: hij is van de mannelijke sekse. De zwakkere, schoone, beminnelijke, vrouwelijke, sekse. O luister van uwe sexe. Vollenh. Het vrouwelijke geslacht in het bijzonder: hij is een beminnaar van de sekse. Dit woord is ontleend van het fr. sexe, dat van het lat. sexus afstamt.