Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 414] [p. 414] [Schuimblad] SCHUIMBLAD, z.n., o., des schuimblads, of van het schuimblad; zonder meerv. Van schuim en blad. Een plantgewas: men heeft zestien verschillende soorten van schuimblad. In het lat. cardamine. Vorige Volgende