ital. zuffolare, als schuijffel, bij Kil., van het ital. zuffolo, of sijfelen, bij Kil. sifflen, van het fr. sifler, en sifflet, of schuifflet, bij denzelfden Kil., van het fr. siflet. De stamwoorden van dit alles zijn het lat. sibilare, fluiten, en sibilus, eene fluit.