[Schrikmiddel]
SCHRIKMIDDEL, z.n., o., des schrikmiddels, of van het schrikmiddel; meerv. schrikmiddelen. Verkleinw. schrikmiddeltje. Van schrik en middel. Een hulpmiddel tegen de kwade gevolgen van den schrik; zoo als eene aderlating, water, waarin keukenzout, of salpeter, ontbonden is, een mengsel van evenveel salpeter, kreeftsoogen, en middelzout, en meer andere zoogenoemde schrikpoeders: ik zal haar een schrikmiddeltje geven.