[Schrijverij]
SCHRIJVERIJ, z.n., vr., der, of van de schrijverij; zonder meerv. De werkzaamheid van eenen schrijver, boertender wijze als een ambacht beschouwd: is hij ook al aan de schrijverij? In denzelfden boertenden zin begrijpt men de gezamenlijke schrijvers van boeken en boekjes onder den naam van het schrijversgild.