schrijft gij u? welken naam geeft gij u zelven in het onderschrift van brieven enz. Wel, of kwalijk, schrijven, is niet slechts tot het maaksel der letters betrekkelijk, maar ook tot de taal, waarin men schrijft: zij schrijft haar Fransch, of het Fransch, zeer wel, zij schrijft zeer goed Fransch, of zeer wel in het Fransch; tot den stijl van een opstel: dat vertoog is fraai geschreven; en tot deszelfs innerlijken aanleg: daarover kan niemand beter schrijven, dan hij gedaan heeft. Eindelijk wordt het schrijven in plaats van het geschrijf gebruikt: zijne onkunde straalt in al zijn schrijven door; bijzonderlijk, met betrekking tot eenen brief: ik heb uw schrijven wel ontvangen. Van hier geschrijf, schrijfster, schrijve, bij Kil., schrijver, schrijverij. Zamenstell.: schrijfbehoefte, papier, pen, inkt enz. - schrijfboek, schrijfbord, schrijfdag, schrijffeil, schrijffout, schrijfgetouw, Kil. schrijfkamer, schrijfkantoor, schrijfkoker, schrijfkunst, schrijflade, schrijflei, schrijflessenaar, schrijfletter, schrijfloon, schrijflust, schrijfmeester, schrijfmes, schrijfpapier, schrijfpen, schrijfpriem, schrijfschalie, Kil., schrijfschool,
schrijfstijl, schrijftaal, schrijftafel, schrijfteeken, schrijftijd, schrijftor, schrijftrant, schrijfveder, schrijfvertrek, schrijfwijze, schrijfziek, schrijfzucht, schrijvenstijd, anders schrijftijd, tijd, om te schrijven; bijzonderlijk, om brieven te schrijven; tijd, waarop er moet worden geschreven: het begint waarlijk schrijvenstijd te worden. Wanneer die tijd op vast bepaalde dagen valt, geeft men daaraan den naam van schrijfdagen; en de kooplieden geven daaraan dien van postdagen, omdat zij doorgaans op elken postdag brieven te schrijven hebben. Voorts ook tijds genoeg tot schrijven: ik heb heden volstrekt geenen schrijvenstijd, enz. Aanschrijven, afschrijven, beschrijven, bijschrijven, doorschrijven, herschrijven, inschrijven, naschrijven, ontschrijven, opschrijven, overschrijven, tegenschrijven, uitschrijven, verschrijven, voorschrijven, voortschrijven, enz.
Schrijven, vries. schriuwen, hoogd. schreiben, Ottfrid. screiban, Kero scriban, neders. schriven, zweed. skrifva, bret. skriva, ierl. schriobbam, wallis. ysgrioenny, fr. ecrire, of escrire, sp. escrevir, ital. scrivere, lat. scribere, gr. γϱαφειν, is ver-