menstell.: schrijnhout, schrijnmaecker, schrijnwerck, bij Kil., en het thans nog gebruikelijke schrijnwerker, kastenmaker, kistenmaker.
Schrijn, platduitsch schreen, angels. scrin, eng. shrine, zweed. skrin, ijsl. skryn, oudfr. escrin, ital. scrinio, scrigno, ciscranno, sp. escrinnon, middeleeuw. lat. escrinium, lat. scrinium, schijnt met schrank van eenen oorsprong te zijn.