[Schriftelijk]
SCHRIFTELIJK, bijv. n. en bijw., zonder trappen van vergrooting; van schrift en lijk. Zie lijk. In schrift vervat: gij moet mij een schriftelijk antwoord medebrengen. Ik begeer geene schriftelijke, maar eene mondelingse, onderhandeling. Als bijw., bij geschrifte: iemand schriftelijk dagvaarden. Zich schriftelijk verantwoorden.