[Satijn]
SATIJN, z.n., o., des satijns, of van het satijn; het meerv. satijnen kan van verscheidene soorten gezegd worden. Eene glanzige zijden stof: gebloemd satijn. Gedoscht in wit satijn.
Satijn, fr. satin, it. satino. Het woord is afkomstig van het bastaardlatijnsche en italiaansche seta.