[Run]
RUN, z.n., vr., der, of van de run; zonder meerv. Bast van eiken hout, die gemalen wordt, ten gebruike van leerlooijers, en die vervolgens in de tuinen op meer dan eene wijze gebruikt wordt: de run wordt in Vriesland kif genoemd. Kunt gij mij geene run voor mijne tuinpaden bezorgen? Zamenstell.: runmolen, in Vriesland eekmolen, enz.