[Roskam]
ROSKAM, z.n., m., des roskams, of van den roskam; meerv. roskammen. Van ros en kam. Een ijzeren werktuig, waarmede men de rossen, of paarden, schraapt, om ze van stof te zuiveren: waar vind ik mijnen roskam nu? Wat kan een roskam zonder steel mij baten? Overdragtelijk, eene scherpe beoordeeling: men havent hem deerlijk met den roskam. Van hier roskammen, anders rossen. Zie rossen, ook voor scherp doorhalen: hij werd daar wakker geroskamd - roskammer, paardenkooper, roskammerij, paardentuischerij, paardenhandel.