[Rollaag]
ROLLAAG, z.n., vr., der, of van de rollaag; meerv. rollagen. Verkleinw. rollaagje. Van rollen en laag. Eene laag van aarde, of andere dingen, welke, op de scheiding tusschen eenen lageren en hoogeren grond, strekt, om het afrollen van den laatsten voor te komen, gelijk als een aanrol dit door zijne schuinsche rigting voorkomt: er is eene steenen rollaag tusschen de binnenplaats en het tuintje gemetseld. Maak mij daar eene rollaag van klei of zoden.