[Ridderspoor]
RIDDERSPOOR, z.n., vr., der, of van de ridderspoor; meerv. riddersporen. Verkleinw. ridderspoortje. Eene bloem, van welke eene soort inheemsch is, maar andere soorten uit Romanie en Siberie afkomstig zijn: uwe riddersporen schijnen reeds verwelkt. Enkele en dubbele, witte, roode, blaauwe, purpere, bonte, riddersporen. Van ridder en spoor, omdat de bloem eenigzins aan zulke sporen gelijkt, als de ridders oudtijds droegen.