of doorstaan kan: hij rechtveerdigh voor de onrechtveerdige. Hoe soude de mensche rechtveerdigh zijn bij Godt, soo hij lust heeft, om met hem te twisten, enz. Bijbelv. Bijzonderlijk, elk, die de voorschriften van deugd en wetten jegens anderen opvolgt: een regtschapen Christen is niet slechts matig, maar ook regtvaardig en Godsdienstig. In dezen zin bezigt men dit woord ook wegens God: tot een betooninge van sijne reghtveerdigheid in desen tegenwoordigen tijt, op dat hij rechtveerdig zij. Bijbelv. Gij zijt, ô Heer! rechtvaardig en geducht. L.D.S.P. Wegens zaken: het rechtveerdig oordeel Gods. Bijbelv. Mijne zaak is regtvaardig, kan den toets van een geregtelijk onderzoek allezins doorstaan. Een regtvaardige eisch, eene regtvaardige straf. Van hier regtvaardigen, regtvaardigheid, regtvaardiging, regtvaardiglijk, regtvaardig maken, regtvaardigmaking, onregtvaardig, enz.
Regtvaardig, hoogd. rechtfertig, zweed. rättfärdig, zou, volgens sommigen, uit het angels. faerth, gemoed, en regt, zamengesteld zijn geworden.