regthoekig, regtmatig, regtmatigheid, regtmatiglijk, regts, regtschapen, regtschapenheid, regtstandig, regtstreeks, regtstreeksch, regtte, regtvaardig, regtvaardigen, regtvaardigheid, regtvaardiging, regtvaardiglijk, regtvaardigmaking, regtzinnig, regtzinnigheid, regtzinniglijk, enz. - Lijnregt, loodregt, onregt, regelregt, enz.
Regt, hoogd. recht, eng. right, goth, raihts, angels. riht, Kero, Otfrid., en anderen, reht, fr. droit, ital. dritto en retto, lat. rectus, stammen alle af van rijgen, volgens Ten Kate. Misschien echter is regt afkomstig van woorden, welker eigenlijke beteekenis moet hebben bestaan in eene rekking, welke aan de gerekte dingen de kortst mogelijke strekking tusschen twee andere voorwerpen bijzettede. Deze beteekenis moet het lat. regere dan oorspronkelijk evenzeer hebben gehad, als ons rekken, terwijl regt in het zweedsch door rak uitgedrukt wordt, en bij Kil., even als recht in het Dithmarsische, eene lat aanduidt. Zie rek.