boog, regenbui, regenhoek, de luchtstreek, van waar de meeste regen komt, regenkleed, regenmantel, regenpomp, regenscherm, regenvlaag, regenvogel, regenvorsch, regenwater, regenwind, regenwolk, regenworm, enz. - Aschregen, bloedregen, dagregen, goudregen, kikvorschenregen, landregen, plasregen, steenregen, stofregen, stortregen, vuurregen, zandregen, enz.
Regen, bij Ulphil. rign, in Vriesland, rijn, eng rain, angels. raegn, hraegn, ren, zweed. regn, ijsl. regg. Zie regenen.