[Regement]
REGEMENT, z.n., o., des regements, of van het regement; meerv. regemen ten. Een krijgswoord, in het hollandsch eveneens als in het hoogd, eng., ital. en meer andere talen, uit het fr. regiment overgenomen, en eene schaar van krijgslieden aanduidende, die uit verschillende bataljons of eskadrons bestaat, welke alle een gemeenschappelijk opperhoofd hebben, die den naam van Kolonel voert: ons regement is niet voltallig. Het zeeusche regement. Hooft. Dus komt een regement ruighwerkers op de baen. Vond. Anderen schrijven letterlijk zoo als in het fr. regiment. De oorsprong dezer benaming van zulk eene schaar van krijgslieden is gelegen in derzelver gemeenschappelijke beheersching, regime, en het stamwoord is het lat. regere.