Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 166]
| |
spelen, waarvoor men, bij Kil., het werkwoord reepen vindt. Zamenstell.: reephout, hoephout, hout, waarvan men hoepels maakt. |
|
[pagina 166]
| |
spelen, waarvoor men, bij Kil., het werkwoord reepen vindt. Zamenstell.: reephout, hoephout, hout, waarvan men hoepels maakt. |
|