[Redekunde]
REDEKUNDE, z.n., vr., der, of van de redekunde; zonder meerv. Van rede en kunde. Eene wetenschap, welke den mensch opleidt, om wel en bondig te redekavelen, anders onder den naam van logica bekend: de beste oefening in de redekunde is de beoefening der wiskunde. Van hier redekundig.