Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 149]
| |
gerammeld. De vermenging van de mannetjes der konijnen en hazen met de wijfjes: de konijnen rammelen even dikwijls, als de hazen. De oorsprong van dit woord, en het hoogd. rammeln, moet denkelijk in de vermeende wellustigheid van den ram, die in het hoogd. onder anderen den naam van rammel voert, gezocht worden. |
|