Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Provincie] PROVINCIE, z.n., vr., der, of van de provincie; meerv. provincien, provincies. Een wingewest: de vereenigde provincien. Van het lat. provincia. Vorige Volgende