Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Potasch] POTASCH, z.n., vr., der, of van de potasch; zonder meerv. Anders moskovische asch. Hoogd. pottasche. Vorige Volgende