[Polei]
POLEI, z.n., vr., der, of van de polei; zonder meerv. Zeker slag van munten, anders vlookruid genoemd, omdat het de vlooijen verdrijven zoude. Van hier deszelfs latijnsche naam pulegium, die van pulex afstamt, en het ital. puleggio, sp. peleijos, fr. pouliot, eng. puliol, boh. poleg, en hoogd. poleij, heeft voortgebragt: de geijt weet haar poleij. H. De Gr.