Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 86]
| |
Het geluid van plof veroorzaken, door ergens neer te vallen: ter aarde ploffen. Hij plofte achter over in het water. Ook wel eens in eenen bedrijvenden zin, hetzelfde geluid te weeg brengen, door iets ergens neder te werpen: waarom ploft gij het daar zoo maar op den grond? En plofte me in het zand. Vond. |
|