brengen. Overigens, eene zandbank in zeeën, of rivieren: dat schip zit op een plaat. Van hier plating, een plat houten bekleedsel van eenen aarden wal. Zamenstell.: borstplaat, een borstwapen, en een plat stuk borstsuiker, scheenplaat, wijzerplaat, zandplaat, enz. plaatdrukker, plaatdrukkerij, plaatetser, plaatpapier, plaatpers, plaatsnijder, enz.
Plaat is verwant aan het eng. plate, engels. platung, zweed. plât, hoogd. platte, fr. plat, plastre, en plastron, ital. piastra, en piatto, middeleeuw. lat. plata, en zekerlijk ook aan het lat. platea, en het nederd. plaats, plat en blad.