schijnt: hoe vele personen komen er in dat bedrijf te voorschijn? Den persoon van Philips uit te beelden. Hooft. In eigenen persoon. Ik, voor mijn persoon. Men geeft eenen gulden de persoon, elk voor zijn hoofd. Hij heeft zijnen persoon verloren, kan zijn ik in de zamenleving niet meer doen gelden. Overdragtiglijk geeft men den naam van persoon aan elken bezitter van zulk een ik: er waren twaalf personen aan tafel. Ik vraag een daalder van den persoon, van den man, zoo als men in de gemeenzame verkeering zegt. Het scheppende vernuft der dichters vormt personen van deugden, ondeugden, dieren, planten, enz. Overigens zijn de eerste, tweede en derde persoon, bekende kunstwoorden in de taalkunde, en in de Godgeleerdheid. Van hier personaadje (of, zoo als men het gemeenlijk uitspreekt, personasie) dat
de plaats van persoon, in meer dan eene van deszelfs beteekenissen vervangt: elcke personaedje naar heuren staat. Vond. Hoe zoude ik zoo groot eene personaadje durven naderen? stomme personaadjen. Hij speelt zijne personaadje, hij is in volle beweging; persoonlijk, persoonlijkheid, persoonschap. Zamenstell.: persoonsverbeelding, enz. De zamenstellingen, vrouwspersoon, enz. zijn onzijdig.
Persoon, hoogd., eng. person, fr. personne, sp., ital. en lat. persona, schijnt van het gr. προσωπον af te stammen.