[Parkement]
PARKEMENT, z.n., o., des parkements, of van het parkement; het meerv. parkementen is in sommige gevallen gebruikelijk. Eene dierenhuid, die op eene bijzondere wijze toebereid wordt, zoo dat zij harder en stijver wordt, dan leder, en onder anderen dienen kan, om er op te schrijven, waartoe het ook het eerste uitgevonden werd door een' Koning van Pergamus in Klein Azie, die door een verbod van uitvoer van papier uit Egypte, in zijn oogmerk, om eene boekerij op te rigten, werd gestoord. Hierom gaf men in het lat. aan dat lederen papier den naam van pergamenum, ital. pergamina, hoogd. pergament, fr. parchemin, eng. parchment, sp. pargamino. Daar nu hier te lande, gewigtige overeenkomsten en bewijsstukken gemeenlijk op parkement geschreven worden, gebruikt men dien naam meermalen voor een aldus beschreven stuk lederen papier, in welken zin die naam ook een meervoud heeft; zijn adel rust niet slechts op muffe parkementen. Van hier het verkleinw. parkementje, het bijv. naamw. parkementen, dat van parkement vervaardigd is: er is om dat boek een parkementen band. Een parkementen handschrift. Zamenst.: parkementbereider, parkementverkooper, parkementwinkel, hoornparkement, maagdenparkement, schapenparkement, schrijfparkement, enz.