[Pagie]
PAGIE, z.n., m., des pagies, of van den pagie; meerv. pagies. Van het fr. page. Een jongen, of jongeling, die in den hofstaat van Vorsten eenen bijzonderen rang bekleedt, en doorgaans uit een adellijk huis genomen wordt: wat hoofsche pagie, afgerecht naar zijn vaderlants wijze. Vond. Als pagie dienen. Ital. paggio. Het middeleeuw. pagius beteekent elken oppasser of bediende. Bag is een oud woord, 't welk eenen knaap beteekent, en tot welks geslacht, waarschijnlijk, ook het lat. puer en gr. παις behoort. In het zweed. beduidt nog bagge een' jongeling, en pojke een knaap, deen. pog, eng. boy.