opperboekhouder, opperbewind, opperduitschland, oppergebied, oppergebieder, oppergezag, oppergezaghebber, opperheer, opperheerschappij, opperheerscher, opperheid en opperoverheid, opperhof, opperhoofd, opperhuid, opperjager, opperjagermeester, opperjagermeesterschap, opperkamer, waarvoor men thans opkamer bezigt, opperkamerling, opperkerk, hoofdkerk, opperkleed, bovenkleed, opperklerk, opperkok, opperkoopman, opperste koopman: voor opperkoopman varen, - oppermagt, opperofficier, oppermajesteit, oppermeoster, bovenmeester, opperpriester, opperregter, opperrijn, bovenrijn, opperschenker, opperschout, bovenschout, opperstalmeester, opperstuurman, oppertoezigt, oppervlies, oppervoogd, oppervorst, opperwal, opperwater (water, dat van boven komt) opperzaal, bovenzaal, enz.