Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 556]
| |
koop ontmaken. Bij uitersten wil onterven: zijne ouders ontmaakten hem de helft van hunne bezittingen. Iemand al zijn goed ontmaken. Van hier: ontmaking, onterving. |
|