Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 542] [p. 542] [Ontkapen] ONTKAPEN, bedr. w., gelijkvl. Van het onscheidb. voorz. ont en kapen: ik ontkaapte, heb ontkaapt. Behendig ontnemen. Vorige Volgende