[Onthoud]
ONTHOUD, z.n., o., des onthouds, of van het onthoud; zonder meerv. Gedachtenis, een woord der dagelijksche taal: naar mijn onthoud is het drie gulden. Naer mijn beste onthout. Moonen. Eene plaats, waar men zich onthoudt, voor eene poos zijn verblijf houdt: het eilandt Mona, een onthoudt der overlooperen. Hooft. Bij Kil. heeft het ook nog de beteekenis van onthouding, abstinentia.