Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 538]
| |
voorz. ont en hoofden, dat buiten Zamenst. niet in gebruik is: ik onthoofde, heb onthoofd. Het hoofd afslaan. Van hier: onthoofding. Het enkele werkw. gebruikende angelsaksen haefdian, in den zwabensp. houbeten. |
|