Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 532]
| |
van belasting op zulke landen met den naam van ontgronding bekend. Maar ook is ontgronden eenen grond wegnemen, waardoor dat, wat er boven staat, invalt. In dien zin komt het bij J. van Heemsk. voor:
Rolt zoute zeevloedt, rolt vrij aen,
Ontgrondt de letters, die hier staen:
De dichter spreekt van letters. die diep in het zand van den zeeoever ingedrukt waren. In eenen figuurlijken zin, komt het bij Hooft voor: 't ontgronden van dezen Staat, den Staat in den ondergang storten. Ook is zulken dienaar lichter t'ontgronden, men kan hem gemakkelijker den voet ligten, en deszelfs ambt ontnemen. |
|