[Ontbrieven]
ONTBRIEVEN, bedr. w., gelijkvl. Van het onscheidb. voorz. ont en brieven, dat bij Kil. nog voorkomt: ik ontbriefde, heb ontbriefd. Dit woord, als mede ontinkten, is door den Ridder C. Huygens uitgevonden. Om papier niet eene prooi voor rotten en muizen te laten, neemt de Dichter voor, om hetzelve met rijm en vers te beschrijven, en er dan brieven van te vouwen, ten einde dezelve zijnen vrienden over te zenden. Dit drukt Hij dus uit:
'k Gaese niettemin ontrieven,
En haer avondmael ontbrieven,
En ontinten haer' ontbijt.