Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Ondoodelijk] ONDOODELIJK, bijv. n. en bijw., ondoodelijker, ondoodelijkst. Dat den dood niet veroorzaakt. Doreslaer gebruikt het woord. Van on en doodelijk. Bij C. Huygens komt ondood voor onsterfelijkheid voor, bij Notk. vndotheit en vntodigi. Vorige Volgende