[Ondersneeuwen]
ONDERSNEEUWEN, bedr. w., gelijkvl. Van het scheidb. voorz. onder en sneeuwen: ik sneeuwde onder. heb ondergesneeuwd. Het verled. deelwoord alleen is in gebruik: dat de frissche mirt in Bloemaert lelihof niet onder waer gesneeuwt. Poot.