Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 422]
| |
derbroken. De voortduring van iets voor eenige oogenblikken beletten: Psalmen met poozen onderbreken. De Brune. Bij Hooft komt het eigenlijk voor, in de beteekenis van onder aan een ding breken: de keurbendeling met berden en horden gedekt onderbreekt de muuren. |
|