[Onderadmiraal]
ONDERADMIRAAL, z.n., m., des onderadmiraals. of van den onderadmiraal; meerv. onderadmiraals. Die, in rang, op het Opperhoofd van de geheele vloot eens rijks volgt; die deszelfs plaatst vaak bekleedt: hebbende tot onderammiraal den voorgenoemden Draak. Bógaert. Van hier: onderadmiraalschap. Van onder en admiraal.